Helpt het afdoende om de eikenprocessierups met nestkastjes te bestrijden?

Vogelhuisjes en mezen nestkastjes ophangen in strijd tegen de eikenprocessierups is dat zinvol? De meningen zijn hierover verdeeld. In de gemeente Zutphen en Warnsveld heeft deze methode een duidelijk meetbaar effect. Daar werden in 2017 tweehonderd mezenkastjes opgehangen. Waarvan ook bijna elk vogelhuisje uiteindelijk bewoond raakte. Ook de gemeente Brummen leek het een goed idee om nestkasten in te zetten in de strijd tegen de processierups. Er werden 60 nestkastjes opgehangen waarvan er uiteindelijk zo’n 30 bewoond werden. Helaas was dit niet afdoende met moest de gemeente in de directe omgeving toch nog 600 rupsennesten wegzuigen.

 

Wat is een eikenprocessierups precies?

Eikenprocessierupsen zijn larven van nachtvlinders die overwinteren in eikenbomen. De vlinders leggen eitjes in de top van de boom. Na het uitkomen van de eitjes ontstaat er een rups. Omdat het beestje veel op eikenbomen zit, wordt het ook wel de eikenprocessierups genoemd. De rups zal een aantal keren vervellen alvorens ze met haar soortgenootjes samenkomt in grote nesten op de stam van de boom. De processierups nesten bestaan uit een dicht spinsel van draadjes, brandhaartjes en uitwerpselen. De rups verschijnt vooral in het voorjaar en de vroege zomer. Je herkent de nesten direct doordat de takken en de stam van de eikenboom onder het draadspinsel zit. Eén rupsje bevat 700.000 brandharen. Dit zijn voor mensen onzichtbare haartjes die voorzien zijn van weerhaakjes. Zodra de rups gevaar vermoed laat hij de brandharen los. Door de wind worden de haartjes verspreid en kan het voor de mens zelfs in de wijde omgeving overlast bezorgen. De brandharen dringen bij de mens in de huid, ze gaan in de ogen zitten en in de luchtwegen. Dit veroorzaakt jeuk, irritatie en benauwdheid. In juli worden de rupsen vlinders en verlaten ze het nest. Helaas is hiermee het probleem niet verholpen. De achtergelaten rupsnesten blijven dan namelijk nog steeds een irritatie voor mens en dier.
 

Wel of geen vogelhuisjes inzetten tegen de processierups?

Het leek de gemeente Brummen vorig jaar een goed idee: Processierupsen bestrijden door het inzetten van nestkasten. Het idee erachter is eenvoudig. Door het lokken van mezen en andere kleine vogels worden het aantal rupsen minder. De koolmeesjes en pimpelmeesjes eten immers de rupsen op en zorgen zo voor een natuurlijke en milieuvriendelijke manier van rupsen bestrijden. Maar ondanks dat meer dan de helft van de zestig nestkasten, die de gemeente had geplaatst, werd bewoond, moesten er in de directe omgeving toch nog zeshonderd rupsennesten worden opgezogen. De gemeente Brummen heeft naar aanleiding van dit gegeven besloten te stoppen met de proef, die was bedoeld om te kijken of het plaatsen van nestkastjes kan bijdragen aan het tegengaan van overlast door de eikenprocessierups. Critici reageren dat het te vroeg is om te stoppen met de proef met nestkasten. Zo zegt de plaatselijke afdeling van GroenLinks dat de proef ‘succesvol, echter nog lang niet afdoende’ was. De partij begint om die reden een actie waarbij het voor inwoners mogelijk is om een mezenkast te adopteren. Voor tien euro per jaar kan op een zelfgekozen plek in de gemeente een mezenkastje geplaatst worden. Voor dit bedrag worden de vogelhuisjes opgehangen en jaarlijks schoongemaakt en zo nodig gerepareerd. GroenLinks hoopt met deze actie het aantal vogelhuizen in de regio in ieder geval te verdubbelen. Gezien het succes in sommige andere gemeenten hoopt ook de plaatselijke afdeling van GroenLinks grip op de processierups te krijgen.


Heb je zelf veel lasten van de processierups en wil je ook nestkastjes inzetten om de rupsen te bestrijden?
Klik dan op onderstaande foto om direct naar onze mezenkastjes te gaan: